Wetenschappelijk advies
16-01-2012
Samenwerking met Revalidatiecentrum de Hoogstraat
Utrecht, januari 2012
PERSBERICHT
Paralympisch voetbalteam krijgt wetenschappelijk advies
Op 1 september speelt het Nederlands paralympisch voetbalteam zijn eerste poulewedstrijd op de Paralympics in Londen. Met de vijfde plaats op het WK 2011 in eigen land, is het team hiervoor gekwalificeerd en de voorbereidingen zijn in volle gang. In Londen moet meegedaan worden voor de medailles. Om het gat met de concurrenten te verkleinen krijgen het team en de technische staf ondersteuning van experts uit revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht.
Fysieke verschillen
In het paralympisch voetbalteam (internationaal Football 7-a-side genoemd) spelen voetballers die - als gevolg van een hersenbeschadiging - een afwijkend bewegingspatroon hebben. Ondanks de sterke technische vaardigheden van de Nederlandse spelers, zijn de spelers uit de wereldtop (Rusland, Iran en Oekraïne) met name fysiek sterker. Bondscoach Marcel Geestman benadrukt dit: “Om aansluiting met de wereldtop te krijgen, en om kans te maken op een medaille moeten de fysieke prestaties verbeteren. Dit gaan we proberen door kritisch te kijken naar onze trainingsvormen.”
Een hersenbeschadiging heeft invloed op de manier van bewegen, en daarmee ook consequenties voor de manier van trainen. Binnen de KNVB is veel expertise op het gebied van kracht en conditietraining, maar om de trainingen te optimaliseren is meer inzicht nodig in het verstoorde bewegingspatroon van de spelers. De kennis hierover haalt de KNVB in huis door samenwerking met Dr. Olaf Verschuren, kinderfysiotherapeut en onderzoeker bij revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht.
Het looplaboratorium
In januari brengen alle spelers een bezoek aan het looplab van Orthopedietechniek De Hoogstraat (OTH). In dit looplab kan een gangbeeldanalyse worden uitgevoerd. Door middel van video-opnames en metingen van spieractiviteit wordt het looppatroon in kaart gebracht. Bewegingswetenschappers Drs. Carlijn van der Zee en Drs. Mariska Herwegh zijn werkzaam in het looplab en ondersteunen in de vertaling van de onderzoeksresultaten naar de praktijk. De analyse laat zien welke spieren te veel en welke te weinig aanspannen en op basis daarvan kan worden bepaald wat er nodig is om bijvoorbeeld het lopen te verbeteren. In combinatie met de bevindingen uit lichamelijk onderzoek, geeft Verschuren een advies aan de technische staf over het optimaliseren van de fysieke training.
“Uit de eerste onderzoeken blijkt dat de Nederlandse internationals krachttraining krijgen die, gezien de bewegingsproblematiek, niet optimaal is. Enkele simpele aanpassingen aan de uitvoering van de oefeningen en individuele adviezen, gebaseerd op de gangbeeldanalyse en het lichamelijke onderzoek, zouden het verschil kunnen maken”, aldus Verschuren. Zowel de technische staf als de spelers vinden het wetenschappelijk advies van grote toegevoegde waarde in de voorbereiding naar Londen. Aanvoerder Stephan Lokhoff heeft de analyse van zijn looppatroon en de testen reeds enthousiast doorstaan.
NAAR ARCHIEF